Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En de inwoners [23]van dit eiland zullen te dien dage zeggen: Ziet, alzo is het [gegaan] dien, [24]op welken wij zagen, werwaarts wij henenvloden om hulp, om gered te worden [25]van het aangezicht des konings van Assyrie; hoe zullen wij dan ontkomen? 23. Dat is, van dit land; te weten der Filistijnen en der Joden. Het Hebreeuwse woord betekent eigenlijk en gemeenlijk een eiland, maar het kan hier in zijn eigen betekenis niet genomen worden van alle andere natien, tenzij te dezen aanzien, dat de Joden en Filistijnen afgezonderd waren van alle andere natien gelijk de eilanden van alle andere landen, door de zee, of rivieren afgezonderd worden. Of, de profeet noemt het land der Filistijnen en der Israelieten een eiland, omdat zij van hunne vijanden rondom omsingeld waren, gelijk een eiland rondom in het water ligt en daarvan omsingeld is. Zie wijders Gen.10:5, en Ps.72:10. 24. Hebreeuws, onze aanschouwing, enz.; zie vs.5. Dat is, op welken wij onze ogen geslagen hadden. 25. Of, van den koning van Assyrie.